De robuuste en tegelijkertijd charmante “gouden toren” Torre del Oro, die aan de rand van de rivier Guadalquivir staat, heeft in de loop der eeuwen heel wat aan zich voorbij zien komen. Gebouwd in de 12e eeuw door de islamitische machthebbers de Almohaden, was de toren in eerste instantie bedoeld als uitkijkpunt ter bewaking van de stadswallen. In later eeuwen, toen de handel met de overzeese gebieden tot bloei kwam, werden bij de Torre del Oro scheepsladingen gelost en diende hij als opslagplaats. Ook hebben er gevangenen opgesloten gezeten. Toen in 1755 een zeer krachtige aardbeving in Lissabon voor veel leed zorgde, schudde ook Sevilla op haar grondvesten en raakte de Torre del Oro zwaar beschadigd. Gelukkig werd de toren mooi gerestaureerd en kreeg daarbij een gloednieuw bovenste deel. Een eeuw later, tijdens de Spaanse revolutie in 1868, kreeg de toren het wederom zwaar te verduren: revolutionairen sloopten de versierselen uit de muren. Sinds 1931 valt de Torre onder Monumentenzorg. Binnen is een maritiem museum gevestigd.